Historie
Mystiek
omringt de legende van de Heilige Birmaan
Geschiedenis en het ontstaan
van de Heilige
Birmaan
Het
karakter van de Heilige Birmaan
De fraaie mysterieuze Heilige Birmaan
Beknopte
Rasstandaard van de Heilige Birmaan
Mystiek
omringt de legende van de Heilige Birmaan
Eén van de
mooiste dierenlegenden houdt verband met het ontstaan van de Heilige
Birmaan.
Omringd door
diepgroene bossen ergens in Tibet bij een saffierblauw meer in een
geheimzinnig dal dat vrijwel nooit door gewone stervelingen werd
aanschouwd, vertelt de boeddhistische monnik Totag Rooh-Ougji het
volgende verhaal:
"Eeuwen
geleden leefde er in een klooster aan de ingang van het Lughgebergte
een wijze, eerbiedwaardige Kittah-priester, Mun-Ha. Zijn haar was
sneeuwwit en de god Song Hio zelf had zijn goudkleurige baard
gevlochten.
De Kittah-sekte
leefde ver voor onze jaartelling in Birma. Zij bouwde daar
prachtige tempels met torens die van bladgoud schitterden, omringd
door hoge muren die de ongestoorde meditatie van de priesters en
tevens de veiligheid van honderd Heilige witte tempelkatten moesten
garanderen.
Deze katten
speelden een belangrijke rol in de Kittah-godsdienst. Immers, de
godin met de saffierblauwe ogen, Tsun-Kyan-Kzé, zorgde voor een
zielsverhuizing, zodat de Kittah-monniken na hun dood opnieuw, in
een gewijd dier, tot leven kwamen. Als de kat ook stierf, verhuisden
beiden naar hun uiteindelijke Paradijs.
De wijze Mu-Ha
had een kater, Sinh, die voor hem als "ORAKEL" diende.
Sinh was zuiver wit. zijn ogen waren amber. Oren, neus staart en
poten hadden de donkere kleur van de aarde, een teken van onreinheid
van alles dat met de aardbodem in aanraking komt.
Op een avond
drongen vijandige stammen uit Siam de streek binnen vlak bij het
klooster. Op dat moment stierf de wijze Mun-Ha, omgeven door zijn katten en de angstige Kittah-monniken.
Op dat moment
van vertwijfeling geschiedde het wonder van de zielsverhuizing: Sinh
sprong op de gouden troon van de dode abt en zette zijn poten op het
hoofd van zijn heer om diens plaats in aanbidding van de godin voort
te zetten.
Plotseling nam
het witte haar van het dier een gouden kleur aan en werden zijn ogen
diepblauw, als het saffierblauw van de ogen van Tsun-Kyan-Tsé.
De poten die
het lichaam van de eerbiedwaardige monnik beroerd hadden, werden
zuiver wit. De ogen van de kater stonden star op de zuid poort van
het klooster gericht. De monniken begrepen het, en haastig sloten ze
de bronzen deur, vóórdat de barbaren de tempel konden ontwijden.
Sinh volhardde
zeven dagen bewegingloos in de aanbidding van de godin. Toen stierf
hij, Sinh nam de ziel van Mun-Ha met zich mee en bracht deze naar de
godin Tsun-Kyan-Tsé. Mun-Ha hoefde op deze aarde niet meer in een
andere gestalte te leven.......hij was volmaakt.
Toen de
monniken zich verzamelden om de opvolger van Mun-Ha te kiezen,
kwamen alle katten van het klooster toegelopen. Allemaal hadden ze
een goudkleurige vacht, blauwe ogen en, ten teken van reinheid,
witte poten.
Zonder één
geluid schaarden ze zich om de jongste monnik heen. De in deze
katten belichaamde gestorven Kittah-priesters hadden op deze manier
een opvolger aangewezen.
Steeds wanneer
er een Heilige kat in het Loa Tsun klooster sterft, wordt de ziel
van een monnik bevrijd om zijn intrek te kunnen nemen in het
Paradijs. "
Geschiedenis en het ontstaan van de Heilige Birmaan
Het ontstaan
van de Heilige Birmaan zelf is nog altijd in dichte mist gehuld.
Wat als
zekerheid is ondervonden: als kat is hij UNlEK, en een beetje
mysterie benadrukt zijn aanwezigheid des te meer.
De eerste
Heilige Birmanen werden in 1919 naar Frankrijk gezonden. Dit als een
gebaar van dankbaarheid aan Auguste Pavie en Majoor Gordon Russel
voor hun inzet om de Kittah-tempel te beschermen. Helaas bleven er
geen nakomelingen van dit paar in leven.
In 1926 wist
een zekere Mr. Vanderbilt twee Heilige Birmanen te bemachtigen toen hij met zijn cruise in het Verre Oosten was. Deze
versie publiceert Professor Jumand in "Le Chat". Een
andere story is dat er in hetzelfde jaar nog twee Heilige Birmanen
naar Frankrijk werden geïmporteerd en zij met succes voor de eerste
nakomelingen zorgden.
De versie van
Prof. Jumand verliep als volgt: van het paartje van Mr. Vanderbilt overleefde alleen de poes de boottocht. Ze was zwanger en beviel in
Nice van haar nestje. De naam van de poes was Sita en één van haar
kittens, Poupée, bracht men in Frankrijk voor het eerst op een show
uit. Zij was een prachtige Heilige Birmaan poes.
Er zijn in
feite heel weinig gegevens bekend over de allereerste fok
van
de
Heilige Birmaan. Er doen verhalen hierover de ronde, maar het
blijven verhaIen.
Hoe dan ook,
halverwege de jaren twintig zijn de Heilige Birmanen in Frankrijk erkend. In
Engeland en Amerika gebeurde dit rond de zestiger jaren. Ook werden zij naar
andere Europese landen geëxporteerd.
De vroegst
bekende namen zijn die van het paartje Orloff en Xenia de Kaabaa.
Beide waren eigendom van Mr. Baudion-Crevoisier. Hun kittens vormden
de basis van het Birmaanse ras.
Heel wat
Heilige Birmanen hebben de Tweede Wereldoorlog niet overleefd.
Slechts de enkelingen die het overleefden zijn de voorouders van
alle Heilige Birmanen die wij in het Westen kennen. In het begin van de
jaren '50 werden er weer raszuivere Heilige Birmanen geboren.
Het kostte
jaren voordat het ras zich moeizaam had hersteld. De G.C.C.F., de
Governing Council of the Cat Fancy, Engelands hoogste gezagsorgaan
op het gebied van de georganiseerde kattenfokkerij, erkende het ras
in 1966.
Het jaar daarop
werd het in de Verenigde Staten erkend door de C.F.A., de Cat
Fanciers Association, Amerika's grootste organisatie van
kattenliefhebbers.
Het
karakter van de Heilige Birmaan
De Heilige
Birmaan is een rustig en vriendelijk dier, dat zich meer hecht aan het
eigen gezin dan aan vreemden. Het zijn betoverende wezens met een
zeer zachtaardig karakter. Zij hebben veel aanspraak nodig en kunnen
slecht tegen hele dagen alleen zijn. Als u vaak hele dagen weg bent,
is het voor de Heilige Birmaan zeer prettig als u er een tweede bij
neemt. Dat hoeft persé geen Heilige Birmaan te zijn daar hij met
verschillende dieren goed kan opschieten.
De
halflangharige vacht verschilt veel met die van andere
halflangharige rassen. Zij is gemakkelijk te onderhouden en klit
niet. Heilige Birmanen vinden het heerlijk om gekamd te worden. Zij
zullen, indien u daar een gewoonte van maakt, erop staan te wachten.
Tevens is het een uitstekende manier om hun zijdezachte vacht in
optimale conditie te houden.
Als u met uw
poes geen nestje wilt, kunt u haar zonder problemen na haar eerste
krolsheid op de pil zetten tot ze volledig is uitgegroeid, en haar
dan laten steriliseren.
Voor de kater
is het van belang, indien mogelijk, hem op de leeftijd van 9 à 10
maanden te laten castreren.
Wat voor de
poes geldt, geldt ook voor de kater: om gelukkig te zijn hoeft zij
niet eerst een nestje te hebben gehad, en hij hoeft om gelukkig te
zijn geen "hele" kater te blijven. Deze bakerpraatjes zijn
al lang achterhaald.
De
fraaie mysterieuze Heilige Birmaan
De Heilige
Birmaan is een opvallende, zeer mooie kat. Zijn vachtkleur heeft de
karakteristieke eigenschappen van de Siamees en de colour-point
verenigd.
Het kenmerkende
verschil met andere rassen zijn de witte handschoenen en sporen. Het
is ideaal als deze symetrisch zijn, de sporen lopen op de achter
poten in een punt toe.
Een Heilige Birmaan is
qua verzorging gemakkelijk in goede conditie te
houden, hij is een ideaal voor een liefhebber die van lange vachten
houdt, maar die niet al te veel tijd heeft voor de verzorging. Toch
vinden zij het heerlijk als ze elke dag verzorgd worden om hun
zuivere uiterlijk te behouden.
De Heilige Birmaan poes
zal voor de eerste maal krols worden zo rond de zeven maanden oud,
het is zelfs al mogelijk op de leeftijd van plm. 5 maanden.
Indien men haar
wil laten dekken, moet men er zorg voor dragen dat dit pas gebeurt
als zij is uitgegroeid, b.v. vanaf 1 à 1 1 /2 jaar.
Het is
natuurlijk ook mogelijk dat men besluit zijn poes niet te laten
paren en als dat het geval is, moet zij gesteriliseerd worden bij
voorkeur op 1 jaar oud.
Net als bij de
meeste Oosterse rassen is er geen vaste regelmaat in de
ovulatiecyclus, daarom moet de eigenaar zeer goed uitkijken, anders
komt er beslist een onvoorziene (en onverstandige) paring tot
stand.
Heilige Birmaan
kittens worden praktisch helemaal wit geboren de point kleuren ver-
schijnen pas na een paar weken, bij de donkere point kleuren
sneller als bij de lichte point kleuren.
Alle jonge
kittens hebben blauwe ogen en het duurt nog wel even voor je kunt
zien hoe diep de kleur zal worden.
Birmaantjes
zijn levenslustige katten en ze zullen al snel uit de werpdoos
proberen te klauteren, terwijl zij al snel leren de kattenbak te
gebruiken. Heilige Birmanen zijn
vriendelijk, intelligente katten en tonen snel hun aanhankelijkheid.
Ze maken niet veel lawaai en zijn daarom fantastische gezelschapsdieren.
De grootte van
het nest varieert tussen 3 à 5 kittens, de Heilige Birmaan is een
uitstekende moeder.
Zoals al
vermeld, zijn Heilige Birmanen gemakkelijk te verzorgen, vanwege de
structuur van hun vacht. Ze zijn ook erg zuivere katten en ze houden
zichzelf smetteloos schoon.
Je mag wat
poeder gebruiken op de lichte lichaamsvacht maar let op dat het er
helemaal uitgeborsteld wordt vooral voor een show. Wat
achtergebleven poeder zal, vooral in de donkere punten, witte
puntjes opleveren die er als roos uitzien.
Je moet een
zachte, haren borstel gebruiken en een tamelijk fijne stalen kam.
Zorg ervoor dat er geen sporen in de vacht achterblijven. Uw Birmaan
zal u er dankbaar voor zijn.
Beknopte Rasstandaard van de Heilige Birmaan
Lichaam: het lichaam is lang en massief. De benen zijn kort en
stevig, de voetjes rond en sterk.
Kop: een sterke, brede en ronde schedel met volle, ronde
wangen. De neus is gemiddeld van lengte, geen stop, enigszins
gewelfd voorhoofd. Een stevige, goed ontwikkelde kin. De oren
mogelijk klein en enigszins rond, en ze staan ver uit elkaar.
Ogen: diepblauw, bijna rond of enigszins ovaal van vorm.
Vacht: deze is halflang tot lang, afhankelijk van het deel van
het lichaam.
Weinig
ondervacht zijdeachtig van textuur. Een volle kraag.
Witte
voetjes: de handschoenen (witte voetjes genaamd) zijn
karakteristiek voor de Heilige Birmaan. Deze moeten zuiver wit zijn, zowel
op de voor- als op de achtervoeten. Op de achterzijde van de poot
behoort het wit (de sporen) door te lopen in een punt tot het
midden, maar mag het spronggewricht niet passeren.
De witte
voetjes kunnen stoppen bij de tenen, of bij de gewrichten, maar
moeten deze aan de voorpootjes niet passeren. Op de achtervoetjes
mag het iets hoger zijn.
Sokjes
voor
Sporen achter Handschoentjes voor
Handschoentjes achter
Belangrijk is
dat de handschoenen symmetrisch ten opzichte van elkaar zijn. De kleur op de voetzooltjes is irrelevant.
Staart: een volle staart. Deze is gemiddeld van lengte en in
verhouding met het lichaam.
Fouten:
Witte plekken
of vlekken (uitgezonderd de handschoenen en sporen) ergens op het lichaam,
in de gekleurde delen (bv. op de kin), of gekleurde vlekken op de
borst of de buik.
Het opstijgende
wit van de handschoenen (oplopers) bij voor- en/of achterpoten.
Afwezigheid van
punten (sporen).
Loensen of
neiging tot loensen in één of beide ogen.
Elke
lichamelijke afwijking of abnormaliteit in de bot struktuur (b.v.
knik in de staart).
Kleur: de kleuren bij de Heilige Birmanen zijn overeenkomstig
met die bij de Siamees in het gezicht, op de oren, poten en staart.
Masker, oren, poten en staart zijn diep gekleurd bij de volwassen
Birmaan. Bij de kittens zijn de kleuren nog in ontwikkeling.
Seal-Point: donkerbruine points, lichaamskleur is lichtbeige met een goudkleurige gloed, neusleertje is sealbruin.
Blue-Point: blauwgrijze points, lichaamskleur is lichtbeige met een blauwachtige schijn, neusleerlje is leigrijs.
Chocolate-Point: melkchocoladekleurige points, lichaamskleur ivoorkleurig, neusleertje chocoladebruin.
Lilac-Point: roseachtig grijze points, lichaam is getint wit
(magnoliakleurig), neusleertje is roseachtig, bleek lilac.
Red-Point: oranje-rode points, lichaamskleur is bleek crème met
een gouden tint, neusleertje is rose.
Cream-Point:: crème points, lichaam is
getint wit met een bleek gouden tint, neusleertje is rose.
Dezelfde
opmerkingen gelden hier als voor de red-point.
Tortie-Point
Birmanen:
De kleur van de
points behoren sealbruin te zijn, vermengd met licht- of donkerrood,
of blauw of liIac vermengd met licht- of donkercrème. Het al of
niet aanwezig zijn van een bles is onbelangrijk. De points hoeven
niet allemaal hetzelfde patroon te vertonen, maar elke point moet
wel enige vermenging van kleuren vertonen
Tabby-Point
Birmanen:
Er moet een
duidelijke "M"-tekening op het voorhoofd te zien zijn,
evenals een licht gekleurde omlijning van de ogen en gevlekte
snorhaarkussentjes. De oren zijn eenkleurig zonder strepen. De
duimdrukken op de oren zijn bij de verdunde kleuren minder duidelijk
en zijn bij de Tortie-Tabby-Points gevlekt.
De poten hebben
duidelijk te onderscheiden, in grootte variërende gebroken strepen
en/of ringen. De poten hebben een eenkleurige tekening op de
achterkant van de achterpoten, boven de sporen.
De staart
behoort in grootte variërende, duidelijk getekende ringen te
hebben, en eindigt in een eenkleurige punt.
De Tabby-Point
Heilige Birmaan laat een duidelijke tabby-tekening zien, hoewel deze
bij de verdunde kleuren meer diffuus is, met uitzondering van de Tortie-Tabby-Point.
De markeringen
zijn bij kittens minder goed zichtbaar begrensd.
|